Leersteun 

Bekijk je graag het tweede webinar over de personeelsaspecten? De link kan je terugvinden in het document hieronder. Dit webinar is enkel voor COV-leden, voordat je het kan bekijken moet je dus inloggen. 

Bekijk hier het webinar:  Webinar 2

Ja, als je

• ten laatste op 30 juni 2023 aangesteld bent als ondersteuner
• op 1 september 2023 een aanstelling hebt als leerondersteuner
• en vast benoemd bent voor een ambt in het onderwijs

dan kan je die vaste benoeming onmiddellijk overzetten naar het leersteuncentrum.

Ja, als je

• ten laatste op 30 juni 2023 aangesteld bent als ondersteuner
• op 1 september 2023 een tijdelijke aanstelling hebt als ondersteuner
• en TADD-rechten hebt voor een ambt in het onderwijs

dan kan je die TADD-rechten overzetten naar het leersteuncentrum in het ambt van leerondersteuner.

Je komt dan in aanmerking voor vaste benoeming op 1 januari 2024 indien je 360 dagen dienstanciënniteit hebt voor leerondersteuner.

Om de 360 dagen te berekenen komen alle prestaties als ondersteuner, in de pre-waarborg en de waarborgregeling in aanmerking.

• Neen, dat kan immers niet want dan bestaan de leersteuncentra nog niet zo lang.
• Voor de berekening van de 360 dagen op 1/9/2023 gelden alle prestaties als ondersteuner, in de pre-waarborg en de waarborgregeling, ongeacht het ambt of het net (vrij onderwijs, gemeentelijk en provinciaal onderwijs of gemeenschapsonderwijs) waarin je was aangesteld.

Neen, je bent niet verplicht om je vaste benoeming mee te nemen. Je keuze moet je wel meedelen op de kandidatenlijst voor het leersteuncentrum.

Wil je je vaste benoeming in je huidige school behouden, dan moet je wel verlof TAO aanvragen bij je schoolbestuur om dan tijdelijk te kunnen werken in het LSC.

• Neen, de onmiddellijke overname van de vaste benoeming in het LSC geldt enkel als overgangsregeling op 1/9/2023.
• Na 1/9/2023 gelden de gebruikelijke regels. Zo kan je na een aanstelling met TAO, vast benoemd worden zonder aan de TADD-regels te moeten voldoen, voor zover je 360 dagen dienst hebt in het ambt van benoeming op 31 augustus voor de benoeming.

Neen, je hoeft geen ontslag te geven. Als je aan de voorwaarden van de overgangsregeling voldoet (zie eerste vraag over vaste benoeming) neem je gewoon je vaste benoeming mee.

Neen

Als je in je huidige school benoemd wil blijven, moet je een verlof aanvragen om tijdelijk te kunnen werken in een LSC. Dat kan verlof TAO zijn of AVP. Beide verlofstelsels zijn een gunst.

Neen, ook voorlopig erkende LSC kunnen personeelsleden vast benoemen voor zover ze voldoende vacante betrekkingen hebben natuurlijk.

Ja, je kan er voor kiezen om maar een deel van je benoeming mee te nemen naar het LSC. Voor het andere deel van je benoeming blijf je dan werken in het ambt  in de school waar je benoemd bent. Eventueel kan je voor het andere deel ook een verlof vragen om tijdelijk in een LSC te werken. 

Neen, het overzetten kan enkel op 1 september 2023.

Ja dat kan.

Ja, als je

• Ten laatste op 30 juni 2023 een aanstelling hebt als ondersteuner
• Op 1 september 2023 een tijdelijke aanstelling hebt als leerondersteuner
• En dit schooljaar een TADD-aanstelling

Dan kan je deze TADD-rechten meenemen naar het LSC op 1 september.

Dit kan ook voor een deel van je opdracht zodat je daarnaast nog deels kan blijven werken in je huidige school.

Ja, dat kan inderdaad.

Inderdaad, werk je als ondersteuner dan ben je aangesteld in een ambt in een school voor buitengewoon onderwijs. Je bouwt je TADD-rechten op in dat ambt. Ga je niet mee naar een LSC dan kan je die TADD-rechten uitoefenen in de school voor buitengewoon onderwijs.

• Helaas, als je dit schooljaar, ten laatste op 30 juni 2023 GEEN TADD-aanstelling hebt, dan kan je geen TADD meenemen naar het LSC op 1/9/2023.
• Word je tijdelijk aangesteld in het LSC dan worden je prestaties als ondersteuner wel gelijkgesteld met diensten als leerondersteuner. Ze tellen dan ook mee voor de 360 dagen dienst die nodig zijn om op 1/1/2024 vast benoemd te kunnen worden.

Ja, alle prestaties als ondersteuner of in het tijdelijk project van de pre-waarborgregeling of waarborgregeling, worden vanaf 1 september 2023 gelijkgesteld met diensten in een ambt van leerondersteunend personeel in een leersteuncentrum, dus voor leerondersteuner of coördinator. Maar, je moet wel eerst effectief een aanstelling krijgen als leerondersteuner of coördinator om gebruik te kunnen maken van deze gelijkstelling. Zie ook onze FAQ over vaste benoeming. 

• Neen, voor de ambten in het leersteuncentrum is ‘nuttige’ ervaring niet van toepassing.
• Neen, de ambten van het leersteuncentrum zijn geen knelpuntenberoepen. Als zijinstromer kan je dus geen anciënniteit van buiten onderwijs voor je salaris meenemen.
• Uitzonderlijk kan je op 1 september 2023 je nuttige ervaring meenemen naar het leersteuncentrum (overgangsregel) indien je als ondersteuner gewerkt hebt in een ambt waarvoor nuttige ervaring geldt; bijvoorbeeld als praktijkleraar in een BUSO-school.

Ja, als je als vast benoemd personeelslid overgaat naar het LSC (zie ook onze FAQ over vaste benoeming) neem je de dienstanciënniteit, de sociale anciënniteit (voor ziektedagen) en de geldelijke anciënniteit (voor je salaris) van je huidige vaste benoeming mee.

Ja, je kan je oorspronkelijke vaste benoeming behouden en kan via een verlof TAO (tijdelijk andere opdracht) of een AVP (afwezigheid voor verminderde prestaties) aan de slag in het LSC. Dit kan natuurlijk enkel mits akkoord van je schoolbestuur. Na 1/9/2023 kan je je vaste benoeming in het LSC niet meer zonder meer meenemen naar het LSC. De overgangsregeling geldt enkel op 1/9/2023.

Vanaf 1/9/2023 vallen de personeelsleden van de leersteuncentra ook onder het decreet rechtspositie. Vanaf dan kunnen zij ook genieten van de gekende verlofstelsels. 

Ja dat kan. Het bestuur van het LSC zal aangeven hoe dit aangevraagd kan worden. Vraag ernaar.

Neen, ontslag geven is niet nodig omdat je vaste benoeming overgenomen wordt. Het schoolbestuur kan wel een verlof-TAO weigeren. In dat geval moet je kiezen, ofwel blijf je op je school BuO werken ofwel ga je als vast benoemde naar het LSC.

Alle opdrachten, de prestatieregeling van 36 uur is all-in. Dit betekent dat alle opdrachten die de leerondersteuner uitvoert begrensd worden in 36 uur per week. De opdrachten zijn:

• De kerntaak
  • Leersteun
  • Planning, voorbereiding en nazorg
  • Professionalisering
  • Overleg en samenwerking met alle interne en externe partners
• De administratieve taken eigen aan de functie
• De dienstverplaatsingen

Neen, het totale pakket van de opdracht is begrensd op 36 uur maar daarbinnen is er geen vaste verdeling. Dit kan betekenen dat leerondersteuners die langere afstanden moeten afleggen minder effectieve ondersteuning kunnen geven. Leerondersteuners die één of meer volledige dagen in één school ondersteuning bieden kunnen dan misschien meer ondersteuningsvragen behandelen.

Neen, dit is niet verplicht en zal praktisch niet mogelijk zijn. Als je onderweg bent naar een school telt dat immers ook voor de 36 uur. Er zijn ook taken die je thuis kan doen. Over de praktische invulling van de prestatieregeling van de leerondersteuners moet onderhandeld worden in het lokaal comité van het LSC. 

De wekelijkse opdracht wordt inderdaad verdeeld over 5 dagen.

Dit is in principe mogelijk maar niet elke prestatie moet in een school of het LSC zelf verricht worden. Over de praktische invulling van de prestatieregeling moet onderhandeld worden in het lokaal comité van het LSC. Vraag ook naar de intenties van het bestuur van het LSC bij je sollicitatie.

Ja, dat kan. Het team van het LSC is multidisciplinair samengesteld. In het leersteuncentrum moet de nodige onderwijskundige, handicap-specifieke, inclusie-expertise én expertise op het vlak van coaching aanwezig zijn. De manier waarop het LSC zijn team samenstelt wordt omschreven in het beleidsplan. 

Dat kan, de middelen voor het aanstellen van leerondersteuners worden per niveau basisonderwijs of secundair onderwijs gegenereerd. Maar ze kunnen niveau-overschrijdend aangewend worden. Het is aan de directeur van het LSC om de leerondersteuners met de juiste expertise op de juiste plek in te zetten.

Ja, het LSC heeft die autonomie maar moet bij het geven van opdrachten wel rekening houden met de wettelijke bepalingen. Wat behoort tot de prestatieregeling van de leerondersteuner ligt immers vast (zie onze FAQ over prestatieregeling).

Het LSC zal zijn leerondersteuners inzetten volgens expertise. Als er nood is aan ondersteuning van types waar er nog onvoldoende expertise is zal het LSC in professionalisering moeten voorzien.

• Dat is mogelijk. Het hangt af van welke scholen voor gewoon onderwijs kiezen voor het LSC waar jij aangesteld wordt. Niet alle ondersteuningsnetwerken zoals we ze nu kennen zullen hetzelfde blijven.
• Wanneer je kandideert voor een LSC zou je kunnen opteren voor het LSC waarbij de scholen die je kent zijn aangesloten. Maar dat geeft geen garantie dat je daar ook effectief zal ondersteunen.

Dienstverplaatsingen zijn alle verplaatsingen die je maakt in opdracht je werkgever (directeur LSC) en die NIET vallen onder woon-werkverplaatsingen. Woon-werkverplaatsingen zijn de verplaatsingen tussen je woon- of verblijfplaats en je werkplaats, nl. de administratieve zetel van het LSC. Dit is immer je standplaats.
Dus de verplaatsingen vanaf je woonplaats naar de scholen van gewoon onderwijs waar je ondersteuning biedt zijn dienstverplaatsingen en moeten ook zo vergoed worden. Moet je op één dag naar twee of meer verschillende scholen gewoon onderwijs, dan is je hele parcours een dienstverplaatsing.

Woon-werkverkeer is de verplaatsing tussen je werk en je wettelijke woonplaats of een ander adres waar je gedurende een bepaalde periode of op geregelde tijdstippen verblijft (breng je directeur daarvan op de hoogte). Je werk is nu het leersteuncentrum. Dus je woon-werkverplaatsing is de verplaatsing tussen je woonplaats en de plaats waar het leersteuncentrum gevestigd is. Het bestuur van het leersteuncentrum komt tussen in de kosten met de fiets of het openbaar vervoer, niet voor de woon- werkverplaatsing met de auto.

Voor dienstverplaatsingen heb je recht op een kilometervergoeding.

• Met de fiets of het openbaarvervoer ontvang je hetzelfde als bij woon-werkverkeer.
• Met de auto of motor ontvang je een kilometervergoeding volgens de federaal vastgestelde regels.