Het onderwijsproces, meer dan processors
Uit een onderzoek van de Finse multinational Sanoma, waartoe onder meer de educatieve uitgever Van In behoort, blijkt dat Vlaamse leraren bij de beste leerlingen horen in de digitale klas. Dat is goed nieuws voor Sanoma zelf. Maar het betekent ook dat er dringend moet nagedacht worden over de impact van die digitalisering en over de professionele verhouding tussen onderwijs en multinationals.
Digitale tools en programma’s hebben de laatste maanden hun nut en meerwaarde meer dan ooit bewezen. Ook jij gaf misschien voor de eerste keer digitaal les aan je leerlingen of laadde je eerste instructievideo op. Ook het afstandsleren kreeg je onder de knie. Digitale platformen als Bingel en smartschool beheersten jouw werk. Dat kan je best letterlijk nemen. Wereldwijd bieden bedrijven digitale onderwijsprogramma’s aan. Die weten meer over jouw werkuren, jouw digitale voorkeuren en de prestaties van jouw leerlingen dan je collega’s, je directeur of de pedagogische begeleider van dienst. Misschien zelfs meer dan jij zelf. Ze gebruiken die data om hun eigen platformen te verbeteren of aan te passen én om ze, geanonimiseerd weliswaar, te verkopen aan adverteerders. Ze worden rijk, zeer rijk, onder meer dankzij jouw werk. Tegelijk knabbelen ze aan jouw vrijheid van onderwijzen. Zij bepalen hoe kinderen wiskunde en taal leren, hoe jij leerlingen toetst of hoe jouw directeur jou evalueert. Indirect bepalen ze wat leerlingen leren en hebben zo een immense impact op onze samenleving.
Leraren en scholen moeten zeker die stap naar de digitalisering zetten. Het is een verrijking van de onderwijspraktijk. Maar laat ons goed bewaken dat jullie als professionals, eigenaar blijven van het onderwijsproces. Ook in digitaal onderwijs blijft de belangrijkste schakel die tussen leerling en leraar. Het COV dringt aan op een kaderdecreet over digitalisering. Daarin moet een ethisch kader geschetst worden voor de samenwerking met multinationals en moeten duidelijke afspraken komen over het digitale werken, de ICT-uren in basisonderwijs, de professionalisering van het personeel, in kleuter- én lagere school. We verwachten van de minister ook een investeringspad. Want zelfs de budgetten die eind vorig schooljaar vrijgemaakt werden, zijn maar een druppel op de hete plaat.
Digitaal werken, graag! Maar dan onder onze voorwaarden, en niet onder die van de multinationals.
Marianne Coopman
Algemeen secretaris