Opiniestuk Goele Cornelissen: leerlingenbevraging bij Vlaamse toetsen niet onschuldig
In een opiniestuk dat ook de krant De Standaard publiceerde (op 7 februari 2024), legt Goele Cornelissen, collega van de studiedienst van COC, uit waarom haar zoon de leerlingenvragenlijst bij de Vlaamse Toetsen niet zal invullen en roept ze andere ouders op om daar goed over na te denken.
Bent u ouder van een leerling in het vierde jaar lager of in het tweede jaar secundair onderwijs? Dan heeft u wellicht, zoals ik, een brief ontvangen over de Vlaamse Toetsen. Dit schooljaar worden die toetsen voor het eerst afgenomen. Wie die brief aandachtig leest, stelt vast dat onze kinderen verplichte toetsen afleggen voor Nederlands en wiskunde. Daarnaast vullen ze een leerlingenvragenlijst in die peilt naar “hun achtergrond”. Die achtergrondgegevens zegt de overheid nodig te hebben om de prestaties van onze kinderen beter te begrijpen. De vragenlijst invullen is niet verplicht. Ik citeer: “Wil je als ouder niet dat jouw kind deelneemt aan de leerlingenvragenlijst? Laat dat dan voor vrijdag 9 februari weten aan de school.”
Ik weiger uitdrukkelijk dat mijn zoon deelneemt aan de bevraging. Laat me uitleggen waarom, in de hoop dat ook u even stilstaat bij de vraag of u instemt met deze bevraging. Een eerste reden heeft te maken met de inhoud van de bevraging. Onze kinderen, zo lees ik in de kleine lettertjes bij de ouderbrief, worden bevraagd over hun thuissituatie, de werksituatie van hun ouders en hun vrije tijd. Concreet gaat het over vragen als: hoeveel tijd besteed je aan huiswerk? Helpen je ouders bij het huiswerk? Welke taal spreek je thuis? Heb je een eigen studeerkamer? Ontbijt je elke dag? Hoe vaak ga je naar de bibliotheek? Werken je ouders?
Die ‘achtergrondinformatie’ bij kinderen verzamelen, is niet onschuldig. Het zal uw zoon of dochter maar zijn die, om welke reden ook, nooit hulp krijgt bij het schoolwerk, geen studeerplek heeft en elke speeltijd een bedeltocht voor boterhammen onderneemt. Die kinderen weten heel goed wat die vragen suggereren en kennen de bijbehorende ervaring van vernedering. Als de Vlaamse overheid, via de universitaire onderzoekers die ze ‘inhuurt’, deze informatie over ons en onze kinderen wil verzamelen, waarom vraagt ze die dan niet op via ons, volwassenen?
Als dat niet gebeurt, moet ze op zijn minst expliciete toestemming vragen aan de ouders, een zogenaamd informed consent. Jawel, zonder handtekening geen toestemming. Het zinnetje “Wil je als ouder niet dat jouw kind deelneemt … ” volstaat absoluut niet. Welke ethische commissie heeft daarover geoordeeld? En waarom laten onze universiteiten dat passeren? De ethische code van het wetenschappelijk onderzoek in België, die alle Vlaamse universiteiten onderschrijven, stelt in niet mis te verstane bewoordingen dat deelnemers aan onderzoek voorafgaandelijk en met kennis van zaken hun toestemming moeten geven.
Ten tweede weiger ik dat mijn zoon aan de bevraging deelneemt, omdat de overheid de persoonlijke informatie die ze zo verzamelt en gedurende tien jaar bewaart, niet eens anonimiseert. Om ouders gerust te stellen, beklemtoont de ouderbrief dat, om de privacy van onze kinderen te beschermen, de persoonsgegevens losgekoppeld worden van hun naam. Hun naam wordt vervangen door een code. Pseudonimiseren heet dat. Wat men er niet bij zegt, is dat die bewerking op elk moment omgekeerd kan worden. Juridisch is dat allicht toegelaten, als ouder vind ik het onaanvaardbaar.
Het zijn niet alleen de leerlingen en ouders die geresponsabiliseerd en geculpabiliseerd worden. In de brief lees ik dat de vragenlijst ook peilt naar het schoolaanbod. Ook daar is de doelstelling helder: verbanden opsporen tussen wat scholen en leraren aanbieden – evaluatiebeleid, curriculum, pedagogisch-didactische aanpak in de klas … – en de resultaten op de Vlaamse Toetsen.
Natuurlijk hebben leerlingen, ouders en scholen verantwoordelijkheden. Wat ik betreur, is dat die verantwoordelijkheden alleen nog ten dienste staan van de Vlaamse Toetsen. Het kan voor sommige scholen niet eens zo moeilijk zijn om hun inrichting volledig af te stemmen op de Vlaamse Toetsen. Maar is het dat wat we voor onze kinderen willen? Ook stoort het me dat het zwaartepunt van verantwoordelijkheid verschuift, weg van de overheid naar de scholen, leraren, leerlingen en ouders. De overheid voelt zich steeds minder aangesproken om zelf actief beleid te voeren.