Federgon blaast het sociaal overleg op in dienstenchequesector

©Shutterstock
Gisteren werd er in het paritair comité dienstencheques opnieuw onderhandeld over een koopkrachtverhoging voor de huishoudhulpen. Aanleiding tot deze onderhandelingen is het budget dat minister Demir ter beschikking stelt op basis van de verhoogde prijs van de dienstencheque in Vlaanderen.
Na het afspringen van de onderhandelingen voor een sectoraal akkoord voor de periode ‘23-‘24 is dit een opportuniteit om een antwoord te bieden aan de vraag van de huishoudhulpen voor een verbetering van hun koopkracht. Zowel in Wallonië als in Brussel werd er al eerder een prijsverhoging doorgevoerd waardoor er extra middelen beschikbaar werden voor de ondernemingen.
De vakbonden zijn ten zeerste verbaasd over de communicatie die Federgon vandaag verspreid heeft. Terwijl de onderhandelingen nog lopen, lijkt Federgon het overleg op te blazen. De vakbonden deden vandaag een constructief voorstel om tot een compromis te komen. Terwijl twee van de drie werkgeversfederaties bereid zijn om hun instanties hierover te raadplegen, is er bij Federgon geen enkele bereidheid om van hun initiële voorstel af te wijken.
Het is niet de eerste maal dat Federgon er niet in slaagt om tot een compromis te komen. Eind 2023 zegden ze eenzijdig en zonder voorafgaand overleg de cao eindejaarspremie op. Zij blokkeerden vorig jaar ook al het sectorakkoord 23-24. En over de extra middelen van toenmalig minister Brouns (eind 2023) was Federgon ook niet bereid om sectorale afspraken te maken.
Federgon verwijt de andere sociale partners een communautair spel. Daar is niets van aan. Vijf van de zes organisaties in het PC waren bereid om tot een onderhandelde oplossing te komen die zowel een antwoord zou bieden aan de concrete vraag in Vlaanderen als voor de huishoudhulpen in de twee andere regio’s oplossingen inhoudt.
Federgon gijzelt op dit moment niet enkel de huishoudhulpen maar ook de werkgevers die wel tot een gedragen oplossing willen komen. Het zijn de commerciële bedrijven die het minste bereidheid tonen om aan een oplossing te werken; en dit terwijl de recente studie van de financiële inspectie net nog aantoonde dat het deze bedrijven zijn die meer dan voldoende winsten maken. De drie vakbonden en de dienstencheque-ondernemingen uit de social profit overwegen om hierover in overleg te gaan met de bevoegde ministers. Het debat over een geconditioneerde subsidiëring komt hiermee terug op tafel.