Je rechten
bab449ae-2477-46b3-8fca-27c4c5741bd6
https://www.hetacv.be/je-rechten
true
Actualiteit
59ea6a04-d5cb-49bb-86bf-262457cb04b8
https://www.hetacv.be/actualiteit
true
Diensten
c7cddb17-187f-45c2-a0e2-74c299b8792b
https://www.hetacv.be/dienstverlening
true
Lid worden
abbb02d8-43dd-44b5-ae75-3cd90f78f043
https://www.hetacv.be/lid-worden
true
Het ACV
c62ac78b-1aa2-4cb9-a33b-59e6fc085fb4
https://www.hetacv.be/het-acv
true
Word nu lid

Krachtlijn 5

Onderwijspersoneel heeft recht op vertrouwen, tijd en ondersteuning om samen verantwoordelijkheid op te nemen.

Onderwijspersoneel heeft recht op vertrouwen, tijd en ondersteuning om samen verantwoordelijkheid op te nemen

Werken in onderwijs staat gelijk aan het opnemen van een belangrijke maatschappelijke opdracht: bijdragen aan de realisatie van vormend onderwijs. Het is een collectieve verantwoordelijkheid waar ook schoolbesturen op aangesproken moeten kunnen worden.

Om die verantwoordelijkheid ten volle te kunnen opnemen, heeft onderwijspersoneel het recht en de plicht om met collega’s, leidinggevenden, schoolbesturen, beleidsmakers en andere onderwijsactoren te denken en te spreken over goed onderwijs en over de organisatie ervan. Daartoe is het van belang dat ze vertrouwd zijn met verschillende visies op onderwijs, daarbij zelf een positie kunnen innemen en de mogelijkheid krijgen om van daaruit samen met collega’s een onderwijsaanbod uit te werken. Opleiding, professionalisering en officiële participatie van onderwijspersoneel, zowel inzake personeels- als pedagogische aangelegenheden, zijn essentiële voorwaarden om de maatschappelijke opdracht van onderwijs te realiseren. 

Actiepunten
  • COC beklemtoont dat onderwijs samen gemaakt wordt. Samen instaan voor onderwijs vraagt verantwoordelijkheid en vertrouwen van alle betrokken partijen. Ook schoolbesturen en directeurs moeten hun verantwoordelijkheid opnemen en moeten daarop aangesproken kunnen worden. COC zal haar afgevaardigden in dat kader blijven ondersteunen en pleit voor aanwezigheid en betrokkenheid van leden van het schoolbestuur tijdens het officieel personeelsoverleg.

  • COC wil dat lerarenopleidingen kritisch stilstaan bij de huidige managementcultuur in onderwijs en toekomstige leraren ook andere visies op de maatschappelijke verantwoordelijkheid van onderwijs en op onderwijsbeleid aanreiken. COC verzet zich tegen een beleid dat personeelsleden in onderwijs reduceert tot werknemers die op efficiënte wijze de taken uitvoeren die hun opgedragen worden en dat het begrip verantwoordelijkheid gelijkstelt aan responsiviteit, het volgen van procedures, permanente (digitale) registratie, monitoring en bereikbaarheid.

  • COC vraagt aandacht voor het feit dat werken in onderwijs steeds relationeel van aard is, maar ook doordrongen van, soms botsende, opvattingen over wat goed onderwijs is en over wat belangrijk en wenselijk is. Werken in onderwijs heeft steeds een emotionele dimensie. Werkvoorwaarden, werkomstandigheden, personeelsbeleid en welzijnsbeleid moeten daarop afgestemd zijn. Opleiding en professionalisering moeten onderwijspersoneel de nodige inzichten en kaders aanreiken om daarmee om te gaan.

  • COC vraagt aan de overheid, directeurs en andere beleidsverantwoordelijken om voldoende middelen, tijd en ruimte vrij te maken opdat onderwijspersoneel, binnen de opdracht, samen met collega’s en andere actoren buiten de school vorm kan geven aan eigentijds vormend onderwijs. Het moet samen, structureel en op voet van gelijkheid ervaringen kunnen delen, ideeën kunnen aftoetsen, in discussie gaan en collegiaal gestalte geven aan vormend onderwijs. Personeelsleden die daar, met respect voor hun autonomie en draagkracht, op aangesproken worden, willen en kunnen die verantwoordelijkheid ook opnemen als ze daarin ondersteund worden. Samenwerking betekent niet alles op dezelfde manier doen. Verschillende opvattingen, variatie in stijlen en aanpak zijn een pluspunt in onderwijs.

  • COC stuurt erop aan dat elke school, zowel op organisatorisch als op pedagogisch vlak, een actief participatiebeleid ontwikkelt dat, via officiële lokale onderhandelingscomités, elk personeelslid betrekt bij het beleid. Schoolinterne en bovenschoolse veranderingen moeten in samenspraak met het betrokken personeel ontwikkeld en in het kader van het sociaal overleg besproken worden zodat er een breed draagvlak ontstaat. Het sociaal overleg is noodzakelijk om permanent de arbeidsvoorwaarden te verbeteren en een breed draagvlak te creëren. Hiertoe moet de regelgeving zo aangepast worden dat de personeelsdelegatie in de lokale onderhandelingscomités de nodige bevoegdheid krijgt. Daarnaast moeten vakbondsafgevaardigden voldoende, en via gekleurde middelen, vrijgesteld worden binnen hun opdracht om hun syndicale opdracht naar behoren en professioneel te kunnen vervullen.