Je rechten
bab449ae-2477-46b3-8fca-27c4c5741bd6
https://www.hetacv.be/je-rechten
true
Actualiteit
59ea6a04-d5cb-49bb-86bf-262457cb04b8
https://www.hetacv.be/actualiteit
true
Diensten
c7cddb17-187f-45c2-a0e2-74c299b8792b
https://www.hetacv.be/dienstverlening
true
Lid worden
abbb02d8-43dd-44b5-ae75-3cd90f78f043
https://www.hetacv.be/lid-worden
true
Het ACV
c62ac78b-1aa2-4cb9-a33b-59e6fc085fb4
https://www.hetacv.be/het-acv
true
Word nu lid

Krachtlijn 1

Human first, not digital first: digitalisering moet ten dienste staan van vormend onderwijs.

Human first, not digital first: digitalisering moet ten dienste staan van vormend onderwijs.

Op onze kaderdag ‘Tussen connectie en deconnectie’ (Elewijt, 15.10.2021) begon een van de panelleden, Brandpunt-columnist Mark Van de Voorde, als volgt:

“Het debat over digitaal onderwijs zou moeten uitgaan van de vraag: wat is onderwijs? Helaas, in de promotionele
politieke retoriek bij de Digisprong zie ik die vraag eigenlijk niet opduiken. Nochtans zouden het waarom en het
hoe van ICT in het onderwijs zich moeten enten op de doelstelling van onderwijzen. Nu lijkt het wel of het waarom
en het hoe van het onderwijs wordt vastgehaakt aan de doelstelling van digitaliseren.”

Op het congres van 2018, over de ‘uitdagingen voor onderwijspersoneel in een diverse kennissamenleving’, boog COC zich al over een definitie van (schools) onderwijs. Ze schaarde zich achter de idee dat ‘schools leren’ ‘vormend onderwijs’ moet zijn. De term ‘vormend onderwijs’ staat voor ‘een specifieke vorm van leren die bestaat naast andere vormen van leren zoals socialisatie, training, ontwikkeling, werkplekleren en informeel leren’:

“Het uitgangspunt is dat (jonge) mensen via vormend onderwijs inzicht verwerven in de bouwstenen en principes
die ons samenleven en samenwerken organiseren en dat ze zich daartoe leren verhouden om er zelf, eventueel op
vernieuwende wijze, mee aan de slag te gaan.” 

Vanuit hun passie delen onderwijspersoneelsleden dan een stuk van de wereld met de lerenden. (Vormend) Onderwijs is dus par excellence een interactie tussen mensen, een menselijke aangelegenheid: mensen vormen mensen. De mens moet dan ook centraal blijven in ons onderwijsgebeuren. Human first. Ook in het digitale onderwijs.

Zoals in de duidingstekst bij de 4D’s al werd aangegeven, is digitaal onderwijs geen uitvinding van tijdens de coronacrisis en viel de Digisprong niet uit het digitale niets. Er worden in het onderwijsveld al heel lang digitale tools gebruikt, zowel door het onderwijzend als door het overige onderwijspersoneel. We hebben er de grote voordelen van ontdekt, maar maken ons ook zorgen over heel wat aspecten van de digitalisering, niet in de laatste plaats over de impact ervan op onze lerenden en hun manier van leren, op onszelf en op ons eigenste onderwijsberoep. Daarom is het van belang om na al die jaren van gestage en sinds corona versnelde digitalisering even stil te staan en na te gaan of alle digitale stappen die gezet zijn, het doel van onderwijs wel degelijk dienen en of ze dat op de meest efficiënte, effectieve manier doen. Daarom pleiten we vanuit COC voor een grondige evaluatie van het reeds bestaande digitaal onderwijs met als doel de randvoorwaarden vast te leggen voor zinvol digitaal onderwijs in Vlaanderen, onderwijs dat excelleert.

Daarbij mogen we nooit uit het oog verliezen dat het digitale slechts een (van de verschillende) middel(en) is om onze onderwijsdoelen te bereiken. Of zoals prof. dr. em. Paul Kirschner het op ons webinar over afstandsonderwijs op 12.02.2021
zei:

“Alle technologieën zijn alleen maar gereedschap. Ze zijn geen doel op zich. Ze zijn media. En als er een reden is om
een medium in te zetten dat het onderwijs effectiever, efficiënter of meer bevredigend maakt, dan zeg ik: ‘Doe het
alsjeblieft’. Maar als de reden is ‘omdat het er is’, ‘omdat we hebben gezien dat het kan’, dan ben je mij kwijt.”

Digitaal onderwijs moet dus een meerwaarde hebben in vergelijking met ‘analoog’* onderwijs en moet ook duidelijk ingebed worden in de pedagogische visie van de onderwijsinstelling.

Zoals bij alle middelen is het belangrijk van tevoren te bepalen waarvoor je het wil gebruiken en wat je ermee wil bereiken. Daarbij moet aan de onderwijsprofessionals voldoende autonomie gegeven worden. Die onderwijsprofessionals moeten er ook op toezien dat de digitale middelen ook echt middelen blijven en ons onderwijsgebeuren niet gaan sturen. Op het reeds vermelde webinar van 2021 stelde prof. dr. Mathias Decuypere:

“Mijn uitgangspunt is dat digitale technologieën (…) – niet alleen ‘iets doen’ wanneer ze ingezet worden in een pedagogische
context, bijvoorbeeld onderwijs op afstand mogelijk maken. Ze doen ook altijd iets met die pedagogische
context waarin ze geïntroduceerd worden: ze ‘doen’ leerlingen en leraren ook ‘iets doen’. (…) Onderzoek toont
heel duidelijk aan dat de introductie van digitale technologieën in het onderwijs altijd meer doet met dat onderwijs
dan wat men initieel denkt of verwacht.”

Anders gezegd: als autonome onderwijsprofessionals moeten we erover waken dat wij het onderwijsgebeuren zelf blijven aansturen en onze opdracht niet verglijdt naar het toezicht houden op een digitaal gestuurd onderwijs (‘performance manager’).

Zoals gezegd vindt COC dat het digitale onderwijs een (pedagogisch-didactische) meerwaarde moet hebben in vergelijking met analoog onderwijs. Dat betekent meteen ook dat digitalisering voor COC niet kan ingezet worden als structurele oplossing voor bepaalde actuele problemen in het onderwijs zoals het tekort aan onderwijspersoneelsleden (een leerkracht kan digitaal een grotere klasgroep/meerdere klasgroepen tegelijk ‘bedienen’) of het tekort aan infrastructuur (lerenden die van thuis uit digitaal afstandsleren volgen ‘bezetten’ geen klaslokaal on campus). Het kan al zeker niet dat digitalisering wordt ingezet om te besparen. Zo worden in het hoger onderwijs al pogingen ondernomen om via digitaal afstandsonderwijs voor grotere klasgroepen/meerdere klasgroepen te besparen op het aantal lectoren. Wat reeds gebeurt in het hoger onderwijs, is een duidelijk signaal dat niet mag genegeerd worden in de andere onderwijsniveaus en -sectoren.

Digitale technologieën zijn middelen om onze kerntaken effectiever (bijvoorbeeld vanuit didactisch standpunt), efficiënter (minder werk) en zinvoller uit te voeren. Ze vragen echter specialisten om ze te installeren, te onderhouden, te beheren … De toenemende digitalisering van het onderwijs zou dus ondersteund moeten worden door een verhoging van de omkaderingsmiddelen voor ICT-coördinatie.

>>> Het moge duidelijk zijn: wil men de digitalisering van het onderwijs op een doordachte, duurzame en democratische manier uitrollen en verderzetten, dan zal men steeds voor ogen moeten houden dat lerenden en onderwijspersoneelsleden in vormend onderwijs altijd op de eerste plaats komen en dat de inzet van digitale middelen ten dienste van dat vormend onderwijs moet staan en een meerwaarde moet bieden tegenover andere onderwijsmiddelen. 

Actiepunten

  • COC vraagt een grondige, onafhankelijke en wetenschappelijk verantwoorde evaluatie van het reeds bestaande 
    digitale onderwijs (vóór, tijdens en na de coronapandemie) in alle onderwijsniveaus en -sectoren.

  • COC vraagt onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek naar de zinvolheid en efficiëntie van digitaal onderwijs (zowel de inzet van digitale middelen ter ondersteuning van fysiek onderwijs als digitaal afstandsonderwijs) en naar het creëren van de noodzakelijke randvoorwaarden voor volwaardig en zinvol digitaal onderwijs in Vlaanderen.
  • COC waakt erover dat onderwijspersoneelsleden met hun brede expertise de motor blijven van zowel het fysieke als het digitale onderwijsgebeuren. Hun functie mag niet gereduceerd worden tot die van coaches, platformbeheerders of performance managers.

  • COC verwacht dat schoolleiders en besturen van onderwijsinstellingen in overleg met het onderwijspersoneel een pedagogische visie op digitalisering uitwerken, waarbij er steeds op wordt toegezien dat de digitalisering een pedagogisch-
    didactische meerwaarde heeft ten opzichte van de analoge tegenhanger. COC engageert zich ertoe deze visie mee uit te werken en te implementeren.

  • COC eist dat digitalisering niet ingezet wordt als structurele oplossing voor bijvoorbeeld afwezigheden, het tekort aan onderwijspersoneelsleden, het tekort aan infrastructuur of in het kader van besparingen (bijvoorbeeld op personeel).

  • COC ziet erop toe dat de digitalisering van taken van onderwijspersoneelsleden minder (en zeker geen extra) werk veroorzaakt, maar integendeel echt de zinvolheid en de efficiëntie van hun werk verhoogt.

  • COC eist dat er meer omkaderingsmiddelen komen voor ICT-coördinatie ter ondersteuning van de digitalisering van het onderwijs in het algemeen en van de Digisprong in het leerplichtonderwijs in het bijzonder.